top of page

Profielwerkstuk

Samenvatting

In dit profielwerkstuk hebben we als eerste gekeken naar welke drijvende wijken/steden er al bestaan.

We zien dat er nog maar één drijvende wijk bestaat, Schoonschip. Dit is eigenlijk een buurt. De buurt is gebouwd zonder golfbreker en heeft waarschijnlijk betonnen open caissons, verankerd aan aanmeerpalen. Naast Schoonschip zijn er nog twee drijvende wijken die nog niet gebouwd zijn, maar die wel in opkomst zijn. Dit zijn Oceanix en de Maldives Floating City. Oceanix is een drijvende wijk die in 2025 gebouwd gaat worden en die twaalfduizend inwoners op 75 hectare water zal hebben. Oceanix gaat gebouwd worden zonder golfbreker, wat komt door de bijzondere locatie in de haven Busan North Port. Verder zal Oceanix open betonnen caissons bevatten waar nutsvoorzieningen in zitten en de verankering zal waarschijnlijk een Seaflex systeem zijn. En tot slot is deze wijk voornamelijk bedoeld voor voetgangers en fietsers. De Maldives Floating city gaat ook gebouwd worden zonder golfbreker, wat komt door de natuurlijke lagune waar het in ligt. Verder kan deze wijk alle aanmeersysteem types aannemen en heeft ook deze wijk ervoor gekozen om geen auto's te gebruiken. Dat er nog maar zo weinig drijvende wijken zijn gebouwd, is eigenlijk best raar als je je realiseert dat de maatschappelijke urgentie van dit soort wijken steeds groter en belangrijker wordt, vanwege het stijgende huizentekort en het veranderende klimaat.

Om midden op zee een drijvende wijk te kunnen bouwen is het belangrijk dat je begrijpt hoe golven werken en in elkaar zitten. Golven ontstaan doordat de wind zoveel kracht tegen het water zet waardoor de oppervlaktespanning doorbroken wordt en zich een golf kan propageren. Naarmate de golf groter wordt, speelt zwaartekracht een belangrijkere rol en bij echt grote golflengtes speelt de corioliskracht een rol. Golfen op zee beïnvloeden elkaar continu, ze doven elkaar uit of versterken elkaar of vormen een hele andere type golf. Aan de kust beginnen de golven de bodem aan te raken. Hoe ondieper het water wordt des te minderde golf ondersteund wordt en uiteindelijk zal de golf het strand op rollen.

De theorie over golven was erg van toepassing bij het bestuderen van golfbrekers. Golfbrekers beïnvloeden de zee op een bepaalde manier waardoor er verschillende stromingen ontstaan die het sediment verplaatsen en op een bepaalde plek laat accumuleren. Hierdoor krijg je achter golfbrekers accumulatiepatronen zoals de saillient en de tombolo. Dit kan heel bepalend zijn voor de wijk, daarom is het goed om de verhouding tussen de golfbrekerslengte en de afstand tot de kust goed in orde te hebben zodat je een tombolo vorm voorkomt. Er zijn zoveel type golfbrekers, waardoor het lastig is om een juiste golfbreker te kiezen. Voor de wijk hebben we uiteindelijk besloten dat een combinatie tussen drijvende golfbrekers en caisson golfbrekers het meeste ideale zal zijn.

We hebben ook geëvalueerd wat de beste drijvende bak is en we zagen dat er veel verschillende soorten zijn met elk zijn eigen sterktes. De beste bak verschilt dus per situatie. Het opschalen van deze drijvende bakken om hele gebouwen te ondersteunen is in principe mogelijk. Daarbij is het belangrijk dat je de juiste locatie kiest of de juiste golfbreker bouwt.

We hebben ook gekeken naar welke aanmeersystemen er zijn en welke het beste is voor een drijvende wijk op zee. Hiervoor was het Seaflex systeem het beste door de lage corrosie, stabiliteit en vermogen om met eb en vloed mee te bewegen. Als je een ander systeem wilt gebruiken kan dat wel, maar moet je goed opletten dat het materiaal bestand is tegen zeewater.

Bij interconnectiviteit hebben we onderzocht wat de beste manier is om rond een wijk te komen. Het bleek dat auto’s geen plaats hadden in een drijvende stad en dat juist lopen, fietsen en varen de beste manieren waren.

Tot slot hebben we een golfexperiment gedaan om te onderzoeken hoeveel spanningsdraden een drijvend platform nodig had om bestand te zijn tegen zeegolven. Hiervoor hebben we zelf een golfslagbad gemaakt. Er bleek dat het aantal draden wel degelijk effect had op de stabiliteit, met hoe meer draden hoe stabieler het was. Ook zagen we dat een oneven aantal draden een betere krachtenspreiding had dan een even aantal.

bottom of page